Het jaar van Yulya en de vrijwilligers van Reference Point – 2025

Ik schrijf dit als Yulya, aan het einde van 2025. Buiten klinken opnieuw sirenes, ramen trillen, ergens verderop blaft een hond nerveus na een explosie. Als ik terugkijk op dit jaar, voelt het alsof er tien jaar in één lichaam geperst zijn. En als ik naar mijn berichten aan jullie kijk, aan jullie mijn vrienden van HUMANE, zie ik niet alleen woorden en data, maar gezichten, handen, kleine momenten van hoop en eindeloze pijn.

Januari – begin onder vuur

Op 9 januari 2025 klonk mijn boodschap nog licht en bijna feestelijk.

Ik schreef:

We reden toen met een bus vol cadeaus, snoep en verhalen over Jezus, een soort licht in een land vol rook en verhalen over doden. De volgende dag, op 10 januari, kon ik jullie schrijven dat het feest had plaatsgevonden:

De vreugde en de vermoeidheid bestonden naast elkaar. Maar op 11 januari kwam de oorlog weer heel dichtbij in de stad Dobropillia, die als “redelijk veilig” werd beschouwd.

We stopten om onze kogelwerende vesten aan te doen. Precies op dat moment begon een beschieting met een Gradsysteem, op ongeveer dertig meter van ons. Vier explosies, kort na elkaar. Ik zat in de auto, Dmytro werd naar de achterbank geslingerd, Vasyl op de vloer, Kolya op de grond buiten. Het leek een oorlogsscene uit een film, alleen was er geen ‘pauze’-knop. Na de tweede explosie begreep ik dat het te gevaarlijk was om te blijven. Ik gaf een luide opdracht, de mannen sprongen in de bus, en we reden weg van het epicentrum. Later hoorden we dat auto’s op de plek waar wij normaal zouden zijn gestopt, volledig waren verbrand. Het verschil tussen leven en dood bestond uit een paar seconden en een keuze. Dat was nog maar januari.

Vluchtelingen, ziekte en een bewegende frontlijn

Eind januari lag ik ziek in bed met Covid. Ik schreef:

De oorlog stopt niet omdat je koorts hebt. De sirenes houden geen rekening met je longen. Op 8 februari stonden we toch weer tussen vluchtelingen. Ik schreef die dag:

Tussen die mensen stond een jongen uit Toretsk, een stad die volledig verwoest is door de Russische aanval. Een jaar geleden, toen de aanval op de stad begon, bombardeerden de Russen de burgerbevolking zwaar. Een mijn vloog het ouderlijk huis binnen waar de jongen zich bevond, en als gevolg van de explosie werd zijn hand afgerukt. Er is veel pijn in mijn hart, maar de jongen is sterk – vandaag hielp hij ons met één hand om de voedselpakketten uit te laden, hij werkte op gelijke voet met iedereen en hij kon. nog lachen.

Duizenden kilometers, gezichten, verhalen

Op 12 februari vertrokken we opnieuw naar de Donetsk-regio om mensen met een beperking uit de gemeenschap van Pokrovsk, uit de gevechtszone te evacueren. Een week later, op 19 februari, keek ik terug. Tijdens deze missie hebben we ongeveer twaalfduizend kilometer gereden. We hebben twee gezinnen meegenomen, één alleenstaande man met een beperking, huisraad uit Kostjantynivka, we hebben een oudere vrouw gered uit een dorp dat inmiddels al is verwoest. We hielpen een gewonde man uit Pokrovsk door twee katten en een hond uit zijn huis te halen. De ‘Witte Engelen’ van de militaire politie hielpen ons. We brachten ook hulp naar onze broeders in de strijdkrachten en ondersteunden de geestelijke dienst van een artilleriebrigade. Veel van het werk blijft achter de schermen. We gaan nu rusten en daarna verder werken.

Maart – Kurtovka, Bakhmut en 1.600 pakketten

In maart laadden we een vrachtwagen met twintig ton hulp voor Dnipro en voor militairen in de buurt van Bakhmut. We deelden in totaal 1.600 voedselpakketten uit, en overal waar we kwamen, klonken onze gebeden en het Evangelie. Ik schreef hoe mooi het was om Gods voorziening te zien, zelfs toen onze kleine bus in de Donetsk-regio stukging. Geen enkele reis verloopt zonder problemen, maar elke keer zien we toch weer een deur opengaan, iemand die hulp aanbiedt, een wonder van trouw.

Vier dagen nadat we voedsel hadden uitgedeeld in het dorp Kurtovka, kwam het verschrikkelijke nieuws.

We hadden hun handen nog geschud. Misschien hadden we met dat meisje gelachen. En dan, de volgende dag, zijn ze er niet meer. Dit is de psychologische last die blijft: je rijdt weg, en je weet nooit of je mensen voor de laatste keer hebt gezien.

April – banden en armen onder dekens

In april moest ik jullie om iets heel praktisch vragen: zomerbanden. We moesten dringend zomerbanden kopen voor onze vrachtbus. Met die bus rijden we naar de Donetsk-regio en evacueren we mensen uit de gevechtszone.

Op 5 april een raketaanval op Kryvyi Rih had weer kinderen en volwassenen gedood. Ik schreef jullie toen een tekst die voor altijd in mijn hart gegrift staat.

En ik vroeg jullie toen:

Zijn jullie klaar om de armen onder de dekens in jullie eigen landen te zien? Alsjeblieft, steun ons. Steun ons Oekraïne.

Zomer – bombardementen, rouw en “Gedeeld Brood”

De zomer van 2025 was bijna ondraaglijk zwaar. In juni beschreef ik een nacht waarin alles leek te trillen. Zo zwaar als vannacht is het al lang niet geweest. De aanval duurde de hele nacht. Ballistische raketten en kamikazedrones vlogen non-stop, gericht op onze spoorlijn hier in de buurt. De stad brandde en trilde. De gevoelens zijn zwaar, machteloosheid en hopeloosheid. De vijand kan zijn doel bereiken omdat hij ons stukje bij beetje breekt. Mijn enige gebed vandaag is: God, geef kracht.

Diezelfde maand stierf mijn neef Maksym aan het front. Hij is de zoon van mijn broer Volodya. Ik ga naar de begrafenis om hem de laatste eer te bewijzen. Later probeerde ik mijn hart onder woorden te brengen:

Ik sta als een geestelijke soldaat op de frontlijn: rondom een slagveld, kogels die in mijn verbeelding langs vliegen, granaten die ontploffen, broeders die vallen. En toch sta ik. Ik sta met de banier van geloof, de banier van hoop, de banier van vertrouwen op de Heer. Ik ben mijn geloof niet verloren. Maar dieper dan ooit begrijp ik: het leven is tijdelijk. Dit slagveld lijkt eindeloos. Maar ik sta en ik houd mij vast aan dat ene wat niet kan verbranden in het vuur: het geloof in God.

En dan schreef ik iets wat pijn doet om toe te geven:

Te midden van dit alles zetten we toch een droom door: onze liefdadigheidsbakkerij ‘Gedeeld Brood’ is klaar om te starten. Ondanks de druk, beschietingen, beproevingen en uitdagingen van elke dag, hebben we ons doel weten te bereiken: brood voor iedereen die het nodig heeft. Spiritueel brood. Aards brood. Gedeeld brood voor iedereen die het nodig heeft.

Op 16 juli kwam het moment waar we zo naar hadden verlangd:

Terwijl raketten vallen, komt er brood uit de oven. Dat is onze stille vorm van verzet.

Augustus – de wereld wordt moe, maar wij mogen niet stoppen

In augustus moest ik met verdriet erkennen: de wereld wordt moe van onze oorlog, en Oekraïners hier thuis zijn diep uitgeput, zowel financieel als emotioneel. De steun wordt minder, de noden juist groter. Toch gingen wij weer op missie voor evacuatie en humanitaire ondersteuning van mensen in de oorlogszones. Lieve Donetsk-regio, houd vol, we komen.

We evacueerden die maand eenendertig mensen, waaronder vijf kinderen, plus vier katten en drie honden, uit Dobropillia,Bilozerske en Vodyanske.

En ondertussen vallen er ballistische raketten en Shaheds. Op 28 augustus beschreef ik hoe ik in een deken gewikkeld lag in mijn eigen wijk, Dnipro-district in Kyiv, terwijl rond de zeshonderd projectielen richting de stad vlogen. “Ik wachtte,” schreef ik, “óf op de ochtend, óf op het einde… Maar ik wachtte met geloof dat de ochtend zou komen, die ondanks alles, altijd komt.”

September en oktober – een moeder met een zoon aan het front

Op 12 september september werd de oorlog nog persoonlijker voor mij als moeder. Mijn Dmytro is vandaag naar het leger vertrokken. Ik heb een hele lieve zoon, ik heb hem opgevoed en al mijn liefde in hem gelegd. Ik droomde dat hij dokter, uitvinder of misschien reiziger zou worden. Maar ik heb er zeker nooit van gedroomd dat hij ons vaderland zou verdedigen.

De prijs van één mensenleven

In juli reden we opnieuw naar de Donetsk-regio. Evacuaties uit Dobropillia, Bilozerske, Vodyanske. FPV-drones, anti-drone-netten over de weg, sluipende dood in de lucht. Op 20 juli stond ik stil bij de vraag: wat kost een leven?

Aan het eind van die missie kon ik zeggen dat we in zes dagen tijd meer dan elfduizend kilometer hadden gereden en tweeëntwintig mensen hadden gered, onder wie één kind plus zestien katten, vijf honden, twee chinchilla’s en twee papegaaien. De totale kosten omgerekend ongeveer 2.191 euro, zo’n honderd euro per gered mensenleven.

Najaar – valse vrede en echte gerechtigheid

In september en oktober bleven we mensen evacueren uit het oosten en inmiddels ook uit delen van de regio Dnipropetrovsk. We brachten een broer en zus van drieëntwintig jaar weg uit Pokrovske in de regio Dnipropetrovsk, die al hun ouders en grootouders waren verloren door bombardementen en kanker. We reden onder anti-drone-netten door, langs kapotte infrastructuur, naar een veiliger plek in de regio Kyiv.

Tegelijk hoorden we stemmen uit de wereld over “vredesplannen” die in feite vroegen dat Oekraïne land zou opgeven en zich neerleggen bij de bezetting. Ik schreef op 21 november:

Dit is mijn werkelijkheid: elke dag wandel ik tussen loopgraven en ziekenhuizen, bij families die we onder vuur vandaan halen, bij gewonden die we dragen en bij doden over wie we bidden. Gerechtigheid is niet wanneer de sterke voorwaarden dicteert aan de gewonde. Gerechtigheid is wanneer kwaad ‘kwaad’ wordt genoemd, en wanneer het goede de moed heeft om tot het einde te blijven staan. We verlangen naar vrede, maar niet naar een vrede die wordt gebouwd op de lichamen onder dekens waar niemand meer naar kijkt.

November en december – doorgaan, ondanks alles

In november vertrokken we opnieuw op evacuatiemissie naar de regio’s Donetsk en Dnipropetrovsk. Ik vroeg jullie: “Houd ons in jullie gebeden. Voor ons ligt bijna een week van dienst, reizen en ontmoetingen met mensen in nood.” We haalden vijf mensen weg uit dorpjes aan de frontlinie, ouderen die alleen waren achtergebleven met oorlog en verwoesting als metgezellen. We werkten in plaatsen als Prosyana, Pokrovske en Chaplyne, vaak onder dekking van mist en met het gevoel dat God zelf ons beschermde.

We evacueerden niet alleen mensen, maar soms ook hun hele “bankrekening in dieren”: een hele kudde eenden, dertig stuks. Voor deze mensen zijn die dieren hun levensonderhoud, hun investering, hun enige zekerheid.

Soms gebeurden de wonderen en de gevaren op één dag. De mannen die we naar Dnipro hadden gebracht werden getroffen door een Shahed-aanval op het station. Ze zijn levend, dank God. Onze basisplaats in Pavlohrad werd ook geraakt, zonder water en elektriciteit bleven we achter, en toch gingen we door met evacueren.

In december, terwijl ik deze lijnen in gedachten schrijf, zijn we bezig met de voorbereidingen voor kerstfeesten voor vluchtelingenkinderen in Kyiv en Dnipro. Alle voorbereidingen gebeuren letterlijk tussen de Russische aanvallen door. We verzamelen onze krachten en gaan vooruit. We delen humanitaire hulp uit, bezoeken ouderen, werken met jongeren en kinderen, en proberen te investeren in hun geloof en toekomst. Tegelijkertijd proberen we geld in te zamelen voor twee voertuigen voor onze verdedigers, onder wie mijn zoon Dmytro.

Waarom jullie, vrienden van HUMANE nog steeds onmisbaar zijn

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *